Een paar weken geleden gingen onze overburen c.q. medebroeder en -zuster een paar dagen op stap. Zij vroegen ons om voor hun levende have, een aantal gezellige kippen te willen zorgen, nou, geen enkel probleem natuurlijk.
Zelfs heel leuk, gezien het feit dat buurman, behalve de voederinstructies nog iets meldde: ik mocht na het voeren ook de gelegde eieren meenemen.
De bewuste ochtend begaf ik me met een schaaltje (je weet tenslotte maar nooit hoeveel eieren er zullen liggen) op weg naar het kippenhok. Natuurlijk, ook in de winkel zijn prima eieren te koop, maar zo’n echt kakelvers eitje, net van de kip, dat zou natuurlijk verrukkelijk zijn op onze boterham.
Een bakje voer, water, een paar oude boterhammen, de kippen vielen enthousiast aan op hun eten.
Ik opende verwachtingsvol het leghok. Daar lag één ei… Ik pakte het voorzichtig op, het was een mooi ei, precies zoals een ei hoort te zijn. Ik vond alleen de kleur van de schil wat apart, er lag een wat grijsgroene gloed over.
Nu liep er bij die kippen ook één wat aparte, staartloze kip, dus vooruit, dit ei was vast van die kip. Alles wat uit de mens komt, is ook niet altijd van dezelfde kleur, ik bedoel maar…
Voorzichtig droeg ik mijn ei naar huis, in het schaaltje. Dan hadden we toch straks beiden een half ei op brood. Immers, beter een half ei, dan…
Op het moment dat ik mijn huis binnen ging, begon er langzaam iets te dagen. Dit was geen echt ei, het was natuurlijk zo’n lok-ei, wat kippen moet enthousiasmeren hun eitje erbij te leggen.
‘Wat denk jij?’ vroeg ik echtgenoot. Hij was het met me eens, het was een nep-ei. Schijn bedriegt, dat was wel weer bewezen.
Gelukkig had niemand mijn blunder gezien, ik liep snel terug naar het kippenhok, leidde de dames daar af met nog een paar stukken brood en legde het ei netjes terug in het leghok.
‘Zullen jullie niks tegen de baas zeggen?’ vroeg ik de kippen. ‘Maar flauw, dat jullie geen enkel eitje voor me hebben gelegd.’ Ze kakelden gewoon door mijn verwijt heen en negeerden me volkomen.
De volgende dag bedankte buurman me voor de goede zorgen. Op dat moment besloot ik hem mijn blunder toch maar te vertellen, vooruit, kon hij eens flink lachen.
Hij lachte inderdaad, maar niet om de reden die ik had gedacht: ‘Het was helemaal geen nep-ei,’ zei hij. ‘We waren al verbaasd dat je geen eieren had meegenomen, er lagen er vier in het hok.’
‘Vier? Het was er vanochtend maar één! En die kleur…’ zei ik.
‘Tja, de ene kip legt eieren met een andere kleur schil dan de andere kip, zei hij schouderophalend. Daarna deed hij de vier verse eitjes in een doosje en stopte het me in de hand.
Zoals ik al zei: Schijn bedriegt (soms).
Ik dacht echt dat ik vanuit het kippenhok een zacht gegiechel hoorde. Waarschijnlijk die ene kip zonder staart…